Overal kom ik het tegen en soms leidt dit tot frustraties, tijd om er een blog over te schrijven. In deze blog beschrijf ik een stukje (mijn eigen) theorie, schrijf ik vervolgens over mezelf en hoe dit zelf ervaar. Dat laatste is zelfreflectie, wellicht herken je jezelf of een ander erin of leer je er nog iets van. Toevallig heeft mijn jongste zoon deze week bij IPC (international primary curriculum) kort iets verteld over communicatie.
Er zijn verschillende vormen om te communiceren: verbale communicatie, non verbale communicatie en paralinguïstische communicatie. Deze vormen bijna altijd samen de communicatie. Met communicatie wordt informatie uitgewisseld va een zender naar een ontvanger. Bij verbale communicatie wordt gebruik gemaakt van woorden, zoals bij een telefoongesprek, een directe dialoog, maar ook via geschreven tekst zoals in een brief, e-mail of ander digitaal bericht. Non-verbale communicatie maakt geen gebruik van woorden maar juist van lichaamstaal. Er kan ook gebruik gemaakt worden van symbolen of emoticons. Paralinguïstische communicatie is de manier waarop woorden worden uitgesproken, zoals klemtoon, snelheid en intonatie.
Door techniek en innovatie zijn er ook vele andere communicatiemiddelen aan toe gevoegd en komen er ook nieuwe vormen bij. Tijdens mijn studie bouwkunde aan de TU/e heb ik in 2001 een vak gevolgd bij professor Bauke de Vries genaamd collaborative design. Tijdens een hoorcollege werden verschillende communicatiemiddelen behandeld, zoals (1) face-to-face, (2) overleg via video in 2 groepen en (3) video-overleg waarbij iedereen individueel inbelde. Met een kleine projectgroep gingen wij deze verschillende communicatiemiddelen uitproberen waarbij wij als groep ook een gezamenlijk ontwerp gingen maken. Elke week testen wij een andere communicatiemiddel voor dit ontwerpproces en noteerden wij als groep de do’s and don’ts, voor- en nadelen en tips. Leuk en leerzaam om als student dit te ervaren. Dit was nog in de tijd voordat Skype er was, daarover later meer.
Basiscommunicatie vindt plaats door met elkaar te praten, dat kan in woorden en taal (verbale communicatie) ook met lichaamstaal of gebarentaal (non verbale communicatie). Vaak wordt er ook een combinatie gebruikt. Taal wordt in de hersenen verwerkt als prikkels en signalen. De non verbale communicatie is vaak aanvullend, echter kan deze ook een ander signaal afgeven. In communicatie kan allerlei ruis ontstaan. Indien je communicatie van persoon A naar persoon B bekijkt kan er overal op de communicatie”lijn” ruis ontstaan, zoals bij het uitzenden van de signalen bij persoon A of bij de verwerking van deze signalen bij persoon B.
Daarnaast zit er vaak aannames en vooroordelen in bij de verwerking van de signalen. Ik verwacht dat dit vaker voorkomt bij bepaalde relaties of vriendschappen waar je de ander al langer kent. Een mens is een gewoontedier en automatiseert gedrag zodat de hersenen niet belast hoeven te worden bij processen die vaak uitgevoerd worden. Je kan echter alleen jezelf veranderen en niet een ander. Het is dan ook lastig als je zelf anders gaat communiceren en de anderen daar nog niet op aangepast zijn en nog in het oude patroon zitten.
In de loop der jaren zijn er allerlei communicatiemiddelen bij gekomen. Met Skype kan je via de computer met elkaar bellen, ook wel voice-over-internet-protocol (VOiP) genoemd. Het programma Skype is in 2003 ontwikkeld door Niklas Zennstrom en Janus Friis. Meer informatie is te lezen op Wikipedia.
Tegenwoordig wordt er via de mobiele telefoon ook veel via WhatsApp gecommuniceerd. Dit werd oorspronkelijk in 2009 uitgebracht en maakt het mogelijk om via een internetverbinding met elkaar te chatten, bellen en onder meer foto’s, geluids- en video-opnamen en documenten met elkaar te delen. Het wordt ook veel gebruikt om met meerdere mensen tegelijk te communiceren in een groepsapp. Meer informatie is te lezen op Wikipedia.
Daarnaast zijn er ook allerlei Social Media kanalen (FaceBook, LinkedIn, Instagram, Twitter, Snapchat et cetera) waarbij onderling of in groepen berichten gestuurd kunnen worden al dan niet met beeldmateriaal erbij. Nadeel van deze nieuwe technieken is dat er geen verbale communicatie bij zit en dat tekst geïnterpreteerd wordt en dus tot miscommunicatie kan leiden.
Met mijn vriendinnen had ik een WhatsApp groep waarin werd gecommuniceerd over van alles en nog wat. Ook al bestaan er tegenwoordig deze technieken, ik waardeer het echte fysieke contact met elkaar nog het meeste. Elkaar zien, naar elkaars verhaal met volledige aandacht te kunnen luisteren, er voor elkaar kunnen zijn door een arm om iemand zijn schouder te leggen of een knuffel te geven. Veel contact gaat via de Whatsapp en volgen wij elkaar op social media, maar wat mij betreft geeft dit niet echt een beeld van hoe het met iemand gaat. Met name op social media deel je toch de vrolijke berichten of “kijk wat ik allemaal doe” of “wat mijn kinderen kunnen”.
Miscommunicatie ontstaat al snel als je niet (meer) op dezelfde golflengte zit of niet met respect naar elkaar luistert. Mijn ex-man zei vaak dat wij ruzie hadden, zo voelde dat blijkbaar voor hem, terwijl ik het een discussie of verschil van mening noemde, zo zie je hier ging het dus al mis… In de tijd dat ik thuis zat van mijn werk in 2012, net na de geboorte van mijn jongste zoon, heb ik mezelf een tijd teruggetrokken in “mijn schulp”. Rust, ritme en regelmaat waren daarin belangrijk en mijn sociale leven stond een tijd op een laag pitje. Daarna heb ik, met hulp, mezelf veranderd en ben ik weer een nieuw patroon voor mezelf gaan opbouwen. Mensen in mijn omgeving zijn helaas niet allemaal meegegaan hierin, dat is ook niet nodig. Hierdoor is het wel de vraag of je nog bij elkaar past en of een relatie of vriendschap nog kan blijven bestaan.
Bij Jong CBS hebben wij een workshop gehad over communicatie, erg interessant. Ik heb de volgende 8 gouden communicatieregels hieruit meegenomen en die wil ik graag met jullie delen.
Deze regels voor communicatie zijn allemaal belangrijk en een aantal komen neer op het eerder beschreven met respect en volledige aandacht naar elkaar luisteren. Vooral roddel niet is ook een hele belangrijke, achter iemand zijn rug om praten over diegene. Dit gebeurt echter vaak in vriendenkringen of op het werk, persoonlijk vind dat een slechte eigenschap. Uiteraard ben ik mezelf ook bewust dat het een functie heeft, zoals verbinden van degene die samen roddelen over de ander(en). Van de boeken van Bernold Gunster over omdenken heb ik er een aantal van in huis, zoals (1) Huh?! de techniek van het omdenken (2) Lastige kinderen heb ik even geluk en (3) Ik ben oké, jij bent een sukkel. Erg goed om positief te denken en een discussie (of ruzie, net hoe je het “ziet”) goed af te ronden, vooruit te kijken en te denken in oplossingen. Dat probeer ik in het opvoeden ook toe te passen en de kinderen mee te geven.